Designer Dialogues: VANTOT

Veel ontwerpstudio’s zijn vernoemd naar de ontwerpers zelf, maar jullie hebben een heel andere naam voor jullie bedrijf gekozen. Hoe is dat gegaan?

Esther: We hadden bedacht dat we niet Studio Van Gurp en Jongsma wilden heten. Dat klinkt gewoon niet goed.
 
Sam: Ja, dat was de voornaamste reden.
 
Esther: Het leek ons ook leuk dat er iemand in het bedrijf kan stappen en het bedrijf veel groter kan worden. Iedereen zou VANTOT kunnen zijn.
 
Sam: Gek genoeg worden we vooral in het buitenland als een groot bedrijf gezien. Al vroeg na ons afstuderen kregen we van Microsoft en Twitter een mail dat ze een offerte van ons wilden voor een project voor 330 lampen. Toen dachten we wel even “Wow, hoe hebben zij ons nu al gevonden en hoezo denken zij dat wij een sales department hebben?”
 
Esther: We worden best vaak gebeld met: “Can I talk to your sales department? Can I talk to your financial administration office?”
 
Sam: De keuze voor onze bedrijfsnaam heeft ook een andere kant, want in het begin werden we bijna niet gevraagd voor exposities. We werden niet gezien als ontwerper, maar als commercieel bedrijf.
 
Esther: We kregen het idee dat culturele instellingen en subsidieverleners ons in het begin veel te commercieel vonden, terwijl onze producten uit een experiment ontstaan. Dat is echt veranderd door de Current Curtain. Toen lieten we het experiment zien. Fondsen reageerden toen heel anders op ons.
 
Sam: Als je studio Esther Jongsma heet, dan heb je meteen een gezicht erbij van de maker. Onze naam is misschien wat afstandelijker in die zin.

Maar dan krijg je geen offerteaanvragen van Microsoft of Twitter.

Sam: Nee inderdaad, dat is dus een keuze die je moet maken. Wij zijn voor Vantot gegaan en uiteindelijk is de erkenning uit de creatieve sector erbij gekomen. Soms denk je dat een topontwerper alles in z’n eentje doet, terwijl hij of zij een heel groot team heeft. Bij ons is het precies andersom. Er zijn heel veel mensen die denken dat wij een groot bedrijf zijn, maar we doen in principe alles met een klein team. De naam die je kiest als studio heeft veel gevolgen voor hoe de wereld je benadert.
 
Esther: Ik vind het echt leuk om strategisch te werk te gaan. We krijgen nu grote orders en dat geeft ons de vrijheid om te doen wat we maar willen. Je hoeft je niet te verantwoorden naar subsidieverleners. Je kan helemaal vrij nadenken waar je dit geld aan wil besteden.

Hoe komen jullie producten eigenlijk tot stand?

Esther: Het is begonnen met het afstudeerproject van Sam: een lampje dat je zelf kon bewegen. Dat lampje werd alleen zo heet dat het uitviel na een paar dagen.
 
Sam: Het was ook maar aan elkaar getapet en gesoldeerd. 
 
Esther: Daar werden we echt helemaal om uitgelachen door de LED-ontwikkelaar. Toen we die grote offerteaanvraag kregen, dachten we: 'We moeten deze lamp gaan ontwikkelen, anders komen we in de problemen'. Daarom zijn we met Harold, onze LED-ontwikkelaar, dat lampje gaan uitpluizen. Toen kwamen we erachter dat er zoveel mogelijk was met die LED en de toepassing vaak heel traditioneel is. Hier kunnen wij veel meer mee doen. Het is echt super vet om helemaal te gaan onderzoeken wat het betekent als je stroom kan aanraken. Hoe kan dat er dan uitzien?
 
Sam: Waarom moet een lamp bijvoorbeeld altijd boven een tafel hangen of in de hoek staan?
 
Esther: We kijken naar een technisch gegeven om te onderzoeken wat het nou eigenlijk betekent in toepassingen. 
 
Sam: Ik denk dat er ook een heel financieel verhaal achter zit. We hebben altijd projecten gedaan om met dat geld weer te kunnen investeren in volgende projecten. Op die manier konden we onze ideeën uitbouwen en door ontwikkelen, zonder ons ergens te hoeven verantwoorden. Je hebt aan de ene kant het idee, maar aan de andere kant heb je ook een strategie. Je gaat niet zo maar wat doen. In ons werk zit altijd een soort realisme. We zijn niet een soort doorgeslagen artiest. Met ons realisme kijken we of een idee wat gaat worden en of het zin heeft om door te ontwikkelen.
 
Esther: Het uitpluizen van zo’n LED bijvoorbeeld, levert een ontzettend grote voedingsbodem op voor veel meer mogelijkheden. Zo zijn we nu bezig met flexibele zonnecellen en hoe die toegepast kunnen worden.
 
Sam: Het is heel interessant om te zien dat je iets kan toevoegen waar het werk voor iemand anders stopt. Veel technologische ontwikkelingen blijven nu op dat punt hangen. Zo’n flexibele zonnecel gaat nooit van de grond komen als er geen goede toepassingen voor worden gevonden.
 
Esther: We kunnen daarin samenwerken met technische bedrijven, zij denken vaak vanuit het verbeteren van hetgeen dat er al is. We merken dat we daar een enorm wederzijds enthousiasme kunnen creëren door iets toe te voegen waar zij niet aan gedacht hadden. We hebben bijvoorbeeld het printplaatje in onze lampen ook gebruikt als esthetisch element en dat is voor veel technische mensen iets radicaals, want zij verstoppen de techniek vaak. Het gaat er bij ons om dat je gebruik maakt van wat er kan. Dat uitzoeken en daarmee experimenteren is heel leuk.

Het volledige interview met VANTOT is te lezen in de tweede uitgave van BLANK SPACE MAGAZINE. Meer lezen? Volg BLANK SPACE MAGAZINE hier.

Interview: Mats Horbach / Fotografie: Manon Vosters / Tekstschrijver: Martijn van der Ven